De IJzer is de kortste van de drie Belgische rivieren die in zee uitmonden
(de andere twee zijn de Maas en de Schelde). De totale lengte bedraagt 78 kilometer,
waarvan 45 in België. De IJzer ontspringt ten westen van Kassel in Noord-Frankrijk
en slingert zich langs de rand van het West-Vlaamse polderlandschap naar haar
monding in Nieuwpoort..
Op de bovenloop nabij de Franse grens is de jonge stroom nog weinig verontreinigd.
Men treft er een gevarieerd visbestand aan. Een van de voornaamste hengelstekken
is gelegen te Roesbrugge. Verder stroomafwaarts is de IJzer meer verontreinigd.
Toch is in de laatste jaren een duidelijke kentering merkbaar. De waterzuiveringsprogramma's
sorteren duidelijk effect. Ze zorgden reeds voor een terugkeer van het visleven
op de middenloop en met de vissen verschenen er ook opnieuw de hengelaars. Vooral
aan de samenvloeiing met de Poperinge Vaart en het Ieperkanaal wordt weer frequent
gevist.
Het visbestand op de IJzer bestaat uit een gemengd assortiment, maar vooral
blankvoorn en baars zijn overheersend. Paling, giebel, riviergrondel, karper,
brasem, kolblei komen algemeen verspreid voor. Qua roofvis is vooral de snoekbaars
goed vertegenwoordigd. Stroomopwaarts vanaf de Knokkebrug komt wel meer snoek
voor. Ter hoogte van Roesbrugge wordt zowel in de IJzer als in de oude IJzermeander
(de "Dode IJzer") ook zeelt aangetroffen. Algemeen vertoont de bovenloop
van de IJzer een rijker visbestand.